Sinds 1 januari 2024 mag parking.brussels zelf dwangbevelen uitschrijven inzake parkeeraangelegenheden[1]. Dit is voor ons een gelegenheid om de balans op te maken van het beleid op het vlak van parkeerretributies in Brussel.
Voor een goed begrip van dit artikel, moet een onderscheid worden gemaakt tussen:
- Parkeerretributies zijn bedragen die door een gemeente in rekening worden gebracht in ruil voor de toestemming om op haar grondgebied te parkeren in aangewezen zones. Deze staan ook bekend als “parkeergeld”. Bijvoorbeeld als je de parkeerschijf niet legt of de parkeermeter niet betaalt.
- Verkeersboetes bestraffen overtredingen van de verkeersregels en worden meestal uitgesproken door een rechter of opgelegd door de politie en/of het parket. Bijvoorbeeld: een snelheidsboete.
- Administratieve sancties worden opgelegd door de gemeenten om “kleine” verkeersovertredingen met betrekking tot stilstaan en parkeren te bestraffen. Bijvoorbeeld: parkeren op een zebrapad.
I. PARKEREN, EEN BEVOEGDHEID OP Z’N BELGISCH
Zoals vaak het geval is in België, is de bevoegdheid inzake parkeerbeleid een relatief complexe materie.
In Brussel wordt deze bevoegdheid verdeeld tussen:
- Het Gewest, dat verantwoordelijk is voor het uitvaardigen van parkeerrichtlijnen op basis van de kenmerken van de Brusselse regio;
- De gemeenten, die verantwoordelijk zijn voor het parkeerbeleid op hun grondgebied, rekening houdend met hun eigen specifieke kenmerken en situatie.
Geconfronteerd met een parkeerretributie heeft de automobilist die zijn rechten willen kennen geen andere keuze dan zich een weg te banen doorheen de gewestelijke en gemeentelijke regelgeving, die – afhankelijk van de datum van de parkeerovertreding – niet altijd met elkaar in overeenstemming zijn.
En alsof dat allemaal nog niet ingewikkeld genoeg is, heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in 2009 een naamloze vennootschap opgericht, het Brussels Hoofdstedelijk Parkeeragentschap of parking.brussels, om gemeenten die dat wensen te helpen bij het beheer van hun parkeerbeleid.
Parking.brussels is operationeel sinds januari 2014 en is momenteel verantwoordelijk voor het beheer van het parkeerbeleid van twaalf van de negentien Brusselse gemeenten.
Het gaat om de volgende gemeenten: Sint-Agatha-Berchem, Sint-Jans-Molenbeek, Ganshoren, Anderlecht, Vorst, Jette, Evere, Elsene, Schaarbeek, Koekelberg, Watermaal-Bosvoorde en Sint-Gillis (sinds 1 januari 2024).
De volgende gemeenten blijven zelf verantwoordelijk voor het beheer van hun parkeerbeleid: Oudergem, Brussel, Etterbeek, Sint-Joost-Ten-Node, Ukkel, Sint-Lambrechts-Woluwe en Sint-Pieters-Woluwe.
Welke verandering betekent dit in de praktijk?
De gemeente behoudt de controle over het parkeerbeleid dat ze op haar grondgebied wil voeren en parking.brussels staat in voor de opvolging, de aanrekening en de inning van de parkeerretributies, naast de behandeling van de aanvragen voor vrijstellingskaarten zoals de bewonerskaart en de beroepskaart.
II. DE FORFAITAIRE RETRIBUTIE KORT UITGELEGD
Gebruikers worden geacht te hebben gekozen voor een forfaitaire retributie als ze:
- Het parkeergeld niet betalen;
- De gratis parkeertijd of de parkeertijd waarvoor betaald is overschrijden;
- Niet beschikken over een vrijstellingskaart, bewonerskaart of een geldig parkeerabonnement.
Het bedrag van de retributie varieert afhankelijk van de zone[2] en de datum waarop het voertuig wordt geparkeerd en bedraagt:
Zone | Tot 1 mei 2023[3] | Van 1 mei 2023 t.e.m. 1 mei 2025[4] |
Rode zone | 25,00 € voor 4u30 parkeren | 40,00 € voor 2u parkeren |
Oranje zone | 25,00 € voor 4u30 parkeren | 40,00 € voor 2u parkeren |
Grijze zone | 25,00 € voor 4u30 parkeren | 45,00 € voor 4u30 parkeren |
Groene zone | 25,00 € voor 4u30 parkeren | 35,00 € voor 4u30 parkeren |
Blauwe zone | 25,00 € voor 4u30 parkeren | 35,00 € voor 4u30 parkeren |
Evenementenzone | 50,00 € voor 4u30 parkeren | |
Leveringszone | 100,00 € voor 4u30 parkeren | |
Zone “voorbehouden parkeerplaatsen” | 25,00 € voor 4u30 parkeren | |
“Kiss & Ride” zone | 100,00 € voor 4u30 parkeren | |
Laadzone elektrische voertuigen | 50,00 € voor 4u30 parkeren |
In bepaalde gevallen kan geen retributie worden aangerekend, ofwel omdat er niet betaald hoeft te worden voor het parkeren, ofwel omdat er vooraf al voor betaald is:
- Een BEWONERSKAART : waarmee bewoners hun hoofdvoertuig gratis mogen parkeren in een bepaald gebied rond hun woning. De kaart moet worden aangevraagd bij de gemeente of bij parking.brussels. Het tarief varieert van gemeente tot gemeente. Het is mogelijk om bewonerskaarten aan te vragen voor verschillende voertuigen, maar de kosten per kaart stijgen naargelang het aantal voertuigen waarvoor de kaart wordt aangevraagd.
- Een gewestelijke vrijstellingskaart VOOR PROFESSIONELEN: indien zij kunnen aantonen dat zij zich regelmatig binnen het Gewest moeten verplaatsen. Deze vrijstellingskaart kost € 90,00 per maand (d.w.z. € 1.080,00/jaar) en geeft het recht om te parkeren in elke gemeente van het Gewest.
- Een vrijstellingskaart voor professionelen van de THUISZORG: “niet-spoedeisende zorgverleners” (€ 75,00/jaar) en “spoedeisende zorgverleners” (€ 200,00/jaar, ook geldig in rode zones – wat nooit het geval is voor andere vrijstellingskaarten).
- Een vrijstellingskaart voor DEELVOERTUIGEN
- Een vrijstellingskaart voor PERSONEN MET EEN HANDICAP: deze kaart is gekoppeld aan een persoon en niet aan een voertuig, wat een aantal problemen oplevert bij controles, omdat de scanvoertuigen hun aanwezigheid niet altijd detecteren. Parking.brussels heeft een aantal oplossingen voor deze mensen, waaronder het vooraf registreren van het voertuig bij de gemeente (door een e-mail te sturen naar handicap@parking.brussels), het melden van de parkeersessie via de applicatie 4411 of via sms naar hetzelfde nummer, of het nemen van een speciaal ticket uit de parkeerautomaat. Deze formaliteiten zijn verplicht sinds 8 juli 2023 en ontheffen de kaarthouder niet van de verplichting om de kaart op de voorruit te bevestigen, met de neutrale zijde zichtbaar en in het midden.
III. DE INVORDERINGSPROCEDURE, STAP VOOR STAP
Om na te gaan of de invorderingsprocedure correct werd gevolgd, moet worden verwezen naar de volgende teksten (die verder worden toegelicht):
- Artikels 37 en 38 van de Ordonnantie houdende de organisatie van het parkeerbeleid en de oprichting van het Brussels Hoofdstedelijk Parkeeragentschap van 22 januari 2009 (voor overtredingen begaan tot 17 september 2022);
- Artikels 16 en 17 van de Ordonnantie houdende organisatie van het parkeerbeleid en herdefiniëring van de opdrachten en beheerswijze van het Parkeeragentschap van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 6 juli 2022 (voor overtredingen begaan vanaf 18 september 2022) ;
- Artikel 137bis Van De Nieuwe Gemeentewet die in werking is getreden op 12 april 2014 (in geval van de toepassing van het dwangbevel).
U moet ook de bepalingen controleren van het gemeentelijk parkeerreglement dat van kracht was op het ogenblik waarop de parkeerovertreding heeft plaatsgevonden (beschikbaar op de website van de gemeente).
Om de controle van de afrekeningen te vergemakkelijken hebben we twee checklists opgesteld:
- Invordering door de gemeente / parking.brussels via gerechtelijke weg
- Invordering door de gemeente / parking.brussels via het dwangbevel
De volgende uitleg moet samen met de checklists worden gelezen.
Om te bepalen welke checklist u moet gebruiken (gerechtelijke weg of dwangbevel), verwijzen we naar de parkeerreglementen van de gemeente, die aangeven of de betreffende gemeente opteert voor de gerechtelijke invordering of het dwangbevel.
Er dient opgemerkt dat parking.brussels tot 31 december 2023 geen gebruik kon maken van het dwangbevel en zich verplicht tot de rechtbank moest wenden. Sinds 1 januari 2024 heeft parking.brussels ook de mogelijkheid om zelf dwangbevelen uit te vaardigen.
Om te weten tot welke schuldeiser u zich moet wenden (de gemeente of parking.brussels), kunt u de onderstaande lijst raadplegen (bijgewerkt tot 9 augustus 2024):
- Gemeenten die het beheer van hun parkeerbeleid hebben uitbesteed aan parking.brussels: Sint-Agatha-Berchem, Sint-Jans-Molenbeek, Ganshoren, Anderlecht, Vorst, Jette, Evere, Elsene, Schaarbeek, Koekelberg, Watermaal-Bosvoorde en Sint-Gillis (sinds 1 januari 2024).
- Gemeenten die nog zelf instaan voor het beheer van hun parkeerbeleid: Oudergem, Brussel, Etterbeek, Sint-Joost-Ten-Node, Ukkel, Sint-Lambrechts-Woluwe en Sint-Pieters-Woluwe.
We bespreken eerst de invordering van de retributies via gerechtelijke weg en vervolgens de invordering van retributies via het dwangbevel.
Voor de duidelijkheid gebruiken we de term “schuldeiser” om zowel de gemeente als parking.brussels aan te duiden.
A. INVORDERING VAN DE RETRIBUTIE VIA GERECHTELIJKE WEG
Fase 1: Invordering door de schuldeiser (gemeente of parking.brussels)
1. Verzoek tot betaling
De schuldenaar kan in kennis gesteld worden van de retributie:
Middels een parkeerbon op de voorruit
- De betalingstermijn bedroeg 5 dagen tot 17 september 2022[5]en bedraagt sinds 18 september 2022[6] 12 dagen.
- De betwistingstermijn varieert al naargelang van de gemeente, maar bedraagt doorgaans 15 dagen.
- De betwisting gebeurt per gewone post.
Middels eenvoudig schrijven dat binnen de 2 dagen na de vaststelling verstuurd wordt naar het officiële adres van de persoon op wiens naam het voertuig is ingeschreven in het DIV-register (de retributie is dus gekoppeld aan het voertuig en niet aan de persoon die het voertuig geparkeerd heeft).
- De termijn om de retributie te betalen of te betwisten bedraagt 15 dagen.
- De betwisting gebeurt per gewone post gericht aan de gemeente of via de website van parking.brussels
2. Eerste kosteloze betalingsherinnering per gewone post
Als de retributie niet binnen de gestelde termijn wordt betaald, stuurt de schuldeiser een eerste kosteloze aanmaning per gewone post.
- Nieuwe termijn van 15 dagen om de retributie te betwisten
- De betwisting gebeurt per gewone post
3. Tweede betalingsherinnering met kosten per gewone post
Als de retributie nog steeds niet betaald is binnen de gestelde termijn en ten vroegste 40 dagen nadat de 1ste betalingsherinnering is verzonden (of de parkeerbon op de voorruit is aangebracht), wordt een nieuwe betalingsherinnering verstuurd en wordt de schuld vermeerderd met de kosten die gepaard gaan met de verzending van die herinnering en een forfaitaire vergoeding van € 15,00.
- Nieuwe termijn van 15 dagen om de retributie te betwisten
- De betwisting gebeurt per gewone post
Om te kunnen worden aangerekend, moet de forfaitaire vergoeding van € 15,00 vastgelegd zijn in het parkeerreglement van de gemeente.
Fase 2: Het bekomen van een uitvoerbare titel
Als de betaling uitblijft, zal de schuldeiser proberen een uitvoerbare titel te bekomen. Vanaf dit stadium zal de zaak over het algemeen worden toevertrouwd aan een openbaar ambtenaar (deurwaarder) of een dienstverlener (incassobureau of advocaat).
Sinds 18 september 2022 moeten verplicht de volgende stappen worden gevolgd:
4. Aanmaning per gewone post
De mandataris van de schuldeiser moet de automobilist een eerste aanmaning sturen per niet-aangetekend schrijven.
Bezwaar richten aan de mandataris met de schuldeiser in kopie.
5. Ingebrekestelling per aangetekend schrijven
Ingeval de verschuldigde bedragen niet worden betaald binnen de in de eerste aanmaning vermelde betalingstermijn, stuurt de mandataris van de schuldeiser een nieuwe ingebrekestelling per aangetekend schrijven.
De schuld wordt vermeerderd met de kosten die gepaard gaan met de verzending van die ingebrekestelling en een forfaitaire vergoeding van € 15,00 (voor zover dit is voorzien in het parkeerreglement van de gemeente).
Bezwaar richten aan de mandataris met de schuldeiser in kopie.
Fase 3: De schuldeiser heeft een uitvoerbare titel bekomen
6. Vonnis
Als de schuldenaar dan nog steeds niet betaalt, heeft de mandataris van de schuldeiser geen andere keuze dan de schuldenaar voor de Vrederechter van diens woonplaats te dagen om een vonnis te verkrijgen, dat vervolgens door een deurwaarder aan de schuldenaar zal worden betekend[7].
Er zijn dan bijkomende kosten verschuldigd. Het bedrag van deze kosten is afhankelijk van het feit of de deurwaarder de zaak al op de rol heeft gezet[8], d.w.z. of hij de dagvaarding van de tegenpartij al naar de rechtbank heeft gestuurd.
- Voordat de zaak op de rol is gezet: Hoofdsom + € 30,00 (2 x € 15,00 – zie hierboven) + dagvaardingskosten.
- Tussen de rolstelling en het vonnis: Hoofdsom + € 30,00 (2 x € 15,00 – zie hierboven) + dagvaardingskosten + rolrechten + ¼ van het bedrag van de rechtsplegingsvergoeding[9] + bijdrage aan het fonds voor juridische tweedelijnsbijstand van € 24,00
Wat gebeurt er als de schuldenaar het volledige verschuldigde bedrag niet voor de hoorzitting kan betalen?
In dat geval moet u contact opnemen met de advocaat van de schuldeiser om gespreide betalingen voor te stellen. Het is onwaarschijnlijk dat de schuldeiser ermee zal instemmen om de hoorzitting af te gelasten gezien de reeds gemaakte kosten, maar dat betekent niet dat er geen afbetalingsplan kan worden voorgesteld.
- Als de schuldeiser het afbetalingsplan aanvaardt, kan de schuldenaar beginnen met betalen zonder het vonnis in de zaak af te wachten.
- Als de schuldeiser het afbetalingsplan weigert, kan u op de geplande hoorzitting verschijnen en de rechter vragen om een afbetalingsplan toe te staan. De rechter is over het algemeen coulanter dan de eisende partij en zal het afbetalingsplan opleggen aan de schuldeiser door het op te nemen in het vonnis. Opgelet: het afbetalingsplan moet strikt worden nageleefd, anders moet er een nieuwe overeenkomst worden gesloten met de schuldeiser.
Nadat het vonnis is uitgesproken, is het nog mogelijk om binnen de maand beroep of verzet aan te tekenen, mits aan de voorwaarden voor beroep en/of verzet is voldaan.
Eens deze periode van één maand verstreken, wordt de schuld definitief en kan deze niet meer worden betwist.
Het is pas in dit stadium dat de gerechtsdeurwaarder de tarieven mag toepassen die vastgelegd zijn in het Koninklijk Besluit van 30 november 1976 voor wat betreft de kosten van tenuitvoerlegging.
Fase 4: De gedwongen invordering
7. De gedwongen invordering
Zodra de uitvoerbare titel is uitgevaardigd, kan de zaak worden overgedragen aan een deurwaarder voor gedwongen invordering, d.w.z. beslaglegging.
B. INVORDERING VAN DE RETRIBUTIE VIA HET DWANGBEVEL
Het niet-fiscaal dwangbevel is een administratieve procedure gebaseerd op artikel 137bis van de Nieuwe Gemeentewet, die de schuldeiser toelaat om zichzelf een uitvoerbare titel toe te kennen zonder een gerechtelijke procedure te moeten doorlopen.
Dit mechanisme is voorzien in artikel 17 van de Ordonnantie van 6 juli 2022 en kan alleen worden toegepast voor schulden die definitief, zeker en opeisbaar zijn (d.w.z. die niet worden betwist door de schuldenaar).
Tot 31 december 2023 kon parking.brussels enkel een beroep doen op de gerechtelijke procedure en was het agentschap niet gemachtigd om dwangbevelen uitvaardigen.
Deze mogelijkheid was weliswaar voorzien in de Ordonnantie van 6 juli 2022, maar was totnogtoe door geen enkel besluit van de Brusselse regering bekrachtigd.
Dat is inmiddels gebeurd met de publicatie van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 30 november 2023 tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van bepaalde artikelen van de Ordonnantie van 6 juli 2022 houdende organisatie van het parkeerbeleid en herdefiniëring van de opdrachten en beheerswijze van het Parkeeragentschap van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Zodoende kan parking.brussels sinds 1 januari 2024 zijn eigen dwangbevelen uitvaardigen voor de invordering van parkeerretributies:
- die verschuldigd worden op of na 1 januari 2024;
- die al verschuldigd en opeisbaar waren vóór 1 januari 2024, maar die onbetaald zijn gebleven, voor zover ze nog verschuldigd en opeisbaar zijn volgens de regels inzake verjaring.
Fase 1: Invordering door de schuldeiser (gemeente of parking.brussels)
1. Verzoek tot betaling
De schuldenaar kan in kennis gesteld worden van de retributie:
Middels een parkeerbon op de voorruit
- De betalingstermijn bedroeg 5 dagen tot 17 september 2022[10] en bedraagt sinds 18 september 2022[11] 12 dagen.
- De betwistingstermijn varieert al naargelang van de gemeente, maar bedraagt doorgaans 15 dagen.
- De betwisting gebeurt per gewone post.
Middels eenvoudig schrijven dat binnen de 2 dagen na de vaststelling verstuurd wordt naar het officiële adres van de persoon op wiens naam het voertuig is ingeschreven in het DIV-register (de retributie is dus gekoppeld aan het voertuig en niet aan de persoon die het voertuig geparkeerd heeft).
- De termijn om de retributie te betalen of te betwisten bedraagt 15 dagen.
- De betwisting gebeurt per gewone post gericht aan de gemeente of via de website van parking.brussels
2. Eerste kosteloze betalingsherinnering per gewone post
Als de retributie niet binnen de gestelde termijn wordt betaald, stuurt de schuldeiser een eerste kosteloze aanmaning per gewone post.
- Nieuwe termijn van 15 dagen om de retributie te betwisten
- De betwisting gebeurt per gewone post
3. Tweede betalingsherinnering met kosten per gewone post
Als de retributie nog steeds niet betaald is binnen de gestelde termijn en ten vroegste 40 dagen nadat de 1ste betalingsherinnering is verzonden, wordt een nieuwe betalingsherinnering verstuurd met een vermeerdering van € 15,00 van de oorspronkelijke factuur.
- Nieuwe termijn van 15 dagen om de retributie te betwisten
- De betwisting gebeurt per gewone post
Om te kunnen worden aangerekend, moet de forfaitaire vergoeding van € 15,00 vastgelegd zijn in het parkeerreglement van de gemeente.
Fase 2: Het bekomen van een uitvoerbare titel
Als de betaling uitblijft, zal de schuldeiser proberen een uitvoerbare titel te bekomen. Vanaf dit stadium zal de zaak over het algemeen worden toevertrouwd aan een openbaar ambtenaar (deurwaarder) of een dienstverlener (incassobureau of advocaat).
4. Ingebrekestelling per aangetekend schrijven (voor overtredingen begaan vóór 18 september 2022 en enkel voor de gemeenten)
Aangezien het voornoemde artikel 137bis pas in 2014 in de Nieuwe Gemeentewet werd opgenomen, kon de Ordonnantie van 22 januari 2009 niet voorzien in het gebruik van dit mechanisme en zegt ze hier bijgevolg niets over.
Sommige gemeenten hebben niettemin het initiatief genomen om de invordering via dwangbevel in hun respectievelijke reglementen op te nemen.
Om te voldoen aan de bepalingen van artikel 137bis moest de gemeente bijgevolg een ingebrekestelling per aangetekend schrijven naar de automobilist sturen.
Artikel 137bis van de Nieuwe Gemeentewet voorziet in een verhoging van de retributie, maar het bedrag wordt niet gespecificeerd, zodanig dat de gemeenten dit vrij konden bepalen.
Bezwaar te richten aan de mandataris van de gemeente met kopie aan de gemeente.
4. Ingebrekestelling per aangetekend schrijven (voor overtredingen begaan na 18 september 2022)
De mandataris van de schuldeiser moet de automobilist een ingebrekestelling sturen per aangetekende post.
Nieuwe verhoging van het bedrag van de retributie met € 15,00 (maximumbedrag vastgesteld in de Ordonnantie van 6 juli 2022).
Bezwaar te richten aan de mandataris van de schuldeiser met kopie aan de schuldeiser.
Derde fase: De schuldeiser heeft een uitvoerbare titel bekomen
5a. Het dwangbevel
In geval van aanhoudende wanbetaling en indien de automobilist de retributie niet betwist, zal de gemeentelijke ontvanger / het personeelslid van het Parkeeragentschap dat daartoe is aangewezen door de raad van bestuur van het Parkeeragentschap een dwangbevel opstellen dat door het College van Burgemeester en Schepenen / de leidende ambtenaar (of de adjunctleidendambtenaar) uitvoerbaar zal worden gemaakt.
Dit dwangbevel wordt vervolgens aan de schuldenaar betekend bij gerechtsdeurwaardersexploot met bevel tot betalen onder dreiging van beslag.
- Tegen het dwangbevel kan bij verzoekschrift of door dagvaarding voor de vrederechter van de woonplaats van de schuldenaar verzet worden aangetekend binnen de maand van de betekening.
- Na het verstrijken van deze termijn wordt de schuld definitief en kan deze niet meer worden betwist.
Het is pas in dit stadium dat de gerechtsdeurwaarder de tarieven mag toepassen die vastgelegd zijn in het Koninklijk Besluit van 30 november 1976 voor wat betreft de kosten van tenuitvoerlegging.
5b. Wat als het niet mogelijk is om een dwangbevel uit te schrijven?
Zoals hierboven vermeld, kan een dwangbevel alleen worden uitgevaardigd als de schuld definitief, zeker en opeisbaar is. Wat dan als de automobilist de schuld betwist?
In dat geval heeft de schuldeiser geen andere keuze dan gerechtelijke stappen te ondernemen, zelfs als het gemeentelijk reglement opteert voor het mechanisme van het dwangbevel.
- Als de schuldeiser de volledige procedure eigen aan het mechanisme van het dwangbevel heeft gevolgd en de automobilist voorafgaandelijk een ingebrekestelling per aangetekende post heeft gestuurd, kan hij de automobilist rechtstreeks voor de rechter dagen. De automobilist kan de aangetekende ingebrekestelling betwisten tijdens de procedure van uitvaardiging van het dwangbevel.
- Als de schuldeiser daarentegen de specifieke procedure eigen aan het mechanisme van het dwangbevel niet heeft gevolgd, dient hij eerst een aanmaning en een ingebrekestelling te versturen per aangetekend schrijven. De automobilist kan de aangetekende aanmaningsbrief en de ingebrekestelling betwisten.
Fase 4: De gedwongen invordering
6. Gedwongen invordering
Eens de uitvoerbare titel op zak is, kan de zaak worden overgedragen aan een deurwaarder voor gedwongen invordering, d.w.z. beslaglegging.
IV. BETWISTING VAN DE AFREKENING
De checklists zijn bedoeld om u te helpen controleren of de gevorderde bedragen rechtmatig zijn.
Wat als bepaalde kosten moeten worden betwist? (Bijvoorbeeld: eerste aanmaning aangerekend terwijl deze kosteloos is, toepassing door de deurwaarder van de tarieven vermeld in het Koninklijk Besluit van 1976 terwijl er geen betekening heeft plaatsgevonden, enz.)
In dit geval moet u het “onbetwistbaar verschuldigde gedeelte” betalen, d.w.z. het onbetwiste deel van de schuld.
Door deze procedure te volgen, zal de rechter, indien de schuldeiser toch besluit om naar de rechtbank te stappen en daar in het ongelijk wordt gesteld, de schuldenaar volledig vrijspreken en de schuldeiser veroordelen tot betaling van de gerechtskosten (dagvaardingskosten, griffierechten, bijdrage aan het fonds voor juridische tweedelijnsbijstand, eventuele rechtsplegingsvergoeding).
Als er daarentegen een onbetwist bedrag onbetaald blijft, zal dit de actie van de schuldeiser rechtvaardigen, zelfs als de rechter de schuldenaar voor het overige in het gelijk stelt. De rechter zal dan het veroordeling verlagen tot het onbetwiste bedrag, maar zal (in de meeste gevallen) alle gerechtskosten ten laste leggen van de schuldenaar. Als het onbetwistbaar verschuldigde gedeelte betaald wordt, riskeert de schuldeiser een groter financieel verlies en zal hij zich wel twee keer bedenken voordat hij gerechtelijke stappen onderneemt.
Opgelet: Ten onrechte gevorderde kosten kunnen in elk stadium van de procedure worden betwist. Het feit dat de procedure (bijvoorbeeld) reeds in et stadium van het dwangbevel verkeert, betekent dus niet dat het niet langer mogelijk is om de voorgaande stadia te betwisten.
Zo ook: als u merkt dat de schuldeiser bepaalde stappen is ‘vergeten’, aarzel dan niet om tot betwisting over te gaan (bijvoorbeeld, indien de ingebrekestelling niet is verzonden bij de uitvaardiging van een dwangbevel).
A. BETWISTEN, OP WELKE GROND?
- Er worden mij andere kosten aangerekend dan dewelke vermeld zijn in de ordonnantie:
Zolang er geen uitvoerbare titel (vonnis of dwangbevel) is afgeleverd, zijn de enige bijkomende kosten die mogen worden aangerekend de kosten van de tweede aanmaning van € 15,00 en de kosten van de ingebrekestelling, eveneens € 15,00. Er mogen dus geen bijkomende administratiekosten of deurwaarderskosten worden gevorderd.
Pas nadat het dwangbevel is uitgevaardigd, kan de deurwaarder kosten aanrekenen voor elke actie die hij onderneemt.
Let op: In het stadium van de dagvaarding wordt de schuld vermeerderd met bijkomende kosten, afhankelijk van wanneer de schuld wordt betaald. Dit kunnen alleen de volgende kosten zijn: dagvaardingskosten, 1/4 of de volledige rechtsplegingsvergoeding, griffierechten en de bijdrage aan het fonds voor juridische tweedelijnsbijstand.
- Ik heb de overtreding niet begaan:
De brieven worden gestuurd naar het officiële adres van de persoon die de nummerplaat op zijn naam heeft ingeschreven bij de DIV. Als het om een parkeerovertreding gaat, heeft het geen zin om te argumenteren dat iemand anders het voertuig gebruikte op het ogenblik van de overtreding. Vanuit het standpunt van de schuldeiser is de schuld niet gekoppeld aan de persoon, maar aan het voertuig. Wel is het mogelijk om actie te ondernemen tegen de persoon die het voertuig gebruikte om de betaling of terugbetaling van de retributie te bekomen.
- Ik heb geen ticket genomen omdat de parkeerautomaat niet werkte of geen contant geld accepteerde:
Houd er rekening mee dat, gezien de verschillende betaalmiddelen die tot uw beschikking staan (sms – app op smartphone – abonnement – enz.), een defecte parkeerautomaat geen excuus is om het parkeergeld niet te betalen.
Als het echt niet mogelijk is om aan de automaat te betalen, moet u uw parkeerschijf leggen.
- Dit is onmogelijk, ik kon daar op dat moment niet geparkeerd staan:
Het is altijd mogelijk om foto’s op te vragen om te controleren of u wel degelijk op dat uur, op die plaats geparkeerd stond, zelfs nadat de zaak is overgemaakt aan de deurwaarder. Als uw nummerplaat gekopieerd of gestolen is, doe dan onmiddellijk aangifte bij de politie en stuur de aangifte naar de gemeente/parking.brussels met argumenten die u kunt bewijzen (bijvoorbeeld: niet hetzelfde voertuig).
- Ik moet een retributie betalen, terwijl ik een geldig parkeerbewijs had:
U moet dit kunnen bewijzen. Of het nu een bewonerskaart, een parkeerticket of een sms is, u moet deze doorgeven aan de schuldeiser en proberen uit te zoeken wat er is gebeurd. Stuur het bewijs op, vraag om foto’s en controleer in welke zone u geparkeerd stond.
- Ik moet een retributie betalen, terwijl ik houder ben van een PMR-parkeerkaart of een vrijstellingskaart:
Helaas is dit heel goed mogelijk en komt het vaak voor, omdat de scanvoertuigen geen PMR-kaarten (kaart voor personen met een handicap) kunnen detecteren. Er worden door de gemeente/parking.brussels verschillende oplossingen overwogen, maar voorlopig moet u nog steeds de retributie betwisten wanneer dit gebeurt.
- Ik heb de toegestane parkeertijd slechts met enkele minuten overschreden:
We weten niet hoeveel speling de gemeenten toestaan bij de parkeerhandhaving, maar we gaan ervan uit dat hiermee rekening wordt gehouden voordat de brief wordt verstuurd. Wat de blauwe schijf betreft, moet de pijl van de parkeerschijf op het streepje staan dat volgt op het tijdstip van aankomst. Als u om 14.10 uur aankomt, moet de tijd op de schijf 14.30 uur aanduiden. Als u om 17.31 uur aankomt, moet de tijd op de parkeerschijf 18.00 uur aanduiden (artikel 27.1.2. van de Wegcode).
- De brieven zijn naar het verkeerde adres gestuurd:
Het adres wordt één keer gecontroleerd aan het begin van de zaak en vervolgens nog een keer wanneer de dagvaarding wordt verzonden of de ingebrekestelling wordt opgesteld. Vervolgens wordt het adres gecontroleerd in de gerechtelijke fase voor elke deurwaardershandeling (betekening, beslag, enz.). Als u in de tussentijd verhuisd bent, is het aan u om uw schuldeisers hiervan op de hoogte te stellen en/of ervoor te zorgen dat de post wordt doorgestuurd. Als de schuldeiser of zijn mandataris echter op de hoogte was of had moeten zijn van uw adreswijziging, kunt u de kosten betwisten.
- Ik heb de brieven niet ontvangen:
Helaas komen brieven soms niet aan. De schuldeiser is alleen verplicht om de brief te versturen, niet om ervoor te zorgen dat deze effectief wordt ontvangen. Als u vaststelt dat u bepaalde post niet ontvangt, aarzel dan niet om een kopie te vragen om te controleren of er geen fout in het adres staat. Zo niet heeft het geen zin om de kosten te betwisten.
B. ENKELE TIPS OM EEN RETRIBUTIE TE BETWISTEN
Het is aan te raden om de retributie schriftelijk te betwisten zodat u de datum van verzending kan bewijzen. Een gewoon e-mailbericht een gratis verzendmethode waarmee de datum van verzending gemakkelijk kan worden bewezen. U kunt de retributie ook telefonisch betwisten, maar het is raadzaam om een schriftelijke reactie te vragen of om uw standpunt in een opvolgingsmail te bevestigen. Hetzelfde geldt als de klacht aan het loket wordt ingediend.
Hoe sneller de retributie wordt betwist, hoe beter.
Als het antwoord op uw betwisting u ontoereikend of onbevredigend lijkt, kunt u terecht bij de Brusselse Ombudsman (behalve in gemeenten met een eigen ombudsman, zoals Elsene, Schaarbeek en Sint-Lambrechts-Woluwe).
Zorg ervoor dat u altijd het gedeelte betaalt dat niet wordt betwist. Een schuldeiser zal altijd terughoudend zijn om kosten te maken voor een betwiste schuld waarvan hij de hoofdsom al heeft geïnd.
V. BETALINGSFACILITEITEN AANVRAGEN
In de regel is de betaling volledig verschuldigd op de vervaldag, maar het is altijd mogelijk om een betalingsfaciliteit aan te vragen:
- Bij parking.brussels kunt u uitstel van betaling aanvragen. Dit uitstel kan tot 3 maanden bedragen als de rechtvaardiging hiervoor wordt aanvaard.
- Naast uitstel van betaling kunt u ook een klassiek afbetalingsplan aanvragen, waarvoor de aanvaardingscriteria van de schuldeiser variëren naargelang de fase van de procedure.
- Als het dossier nog loopt bij parking.brussels, wordt geen enkel afbetalingsplan van minder dan € 100,00 per maand aanvaard.
- Wanneer het dossier ter incasso aan een gerechtsdeurwaarder is overgemaakt, kan de deurwaarder zich soepeler opstellen en een afbetalingsplan met lagere maandelijkse afbetalingen toestaan.
- Als de schuldeiser ervoor kiest om naar de rechter te stappen, kan ook een afbetalingsplan worden aangevraagd bij de rechter. Dit is vrij flexibel, omdat de rechter rekening zal houden met de situatie van de schuldenaar en niet met de eisen van de schuldeiser.
Opgelet, deze betalingsfaciliteiten zijn gunsten die moeten worden aangevraagd. Om bewijsredenen moet het verzoek schriftelijk worden gedaan of, als er een mondeling akkoord is bereikt, moet een schriftelijk document worden verzonden waarin het akkoord wordt bevestigd.
Als u geen overeenstemming kunt bereiken over het voorgestelde bedrag en geen groter bedrag kunt betalen, raden we aan om toch alvast te beginnen met betalen. Dat dwingt de schuldeiser weliswaar niet om de procedure stop te zetten, maar doordat hij de schuld ziet verminderen, zal hij misschien geneigd zijn om bepaalde vermijdbare kosten of acties uit te stellen. Bovendien kan dit, als de zaak alsnog voor de rechter komt, worden gezien als bewijs van goede trouw.
[1] Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 30 november 2023 tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van bepaalde artikelen van de Ordonnantie van 6 juli 2022 houdende organisatie van het parkeerbeleid en herdefiniëring van de opdrachten en beheerswijze van het Parkeeragentschap van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
[2] Autobussen en vrachtwagens: zie artikel 42 quater tot 42 sexies van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de gereglementeerde parkeerzones en de vrijstellingskaarten van 18 juli 2013.
[3] Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de gereglementeerde parkeerzones en de vrijstellingskaarten van 18 juli 2013 en Wijzigingsbesluiten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 mei 2018, 27 oktober 2016 en 12 december 2013.
[4] Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2013 houdende gereglementeerde parkeerzones en vrijstellingskaarten van 20 oktober 2022, in werking getreden op 1 mei 2023.
[5] Ordonnantie houdende de organisatie van het parkeerbeleid en de oprichting van het Brussels Hoofdstedelijk Parkeeragentschap van 22 januari 2009
[6] Ordonnantie houdende organisatie van het parkeerbeleid en herdefiniëring van de opdrachten en beheerswijze van het Parkeeragentschap van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 6 juli 2022
[7] Helaas zeggen de ordonnanties niets over de mogelijkheid om meerdere dossiers samen te voegen, dus niets belet de gemeenten om voor elke onbetaalde retributie een afzonderlijke procedure op te starten. Krachtens het beginsel van proceseconomie zijn de gemeenten en parking.brussels echter verplicht om dossiers zoveel mogelijk samen te voegen om een onnodige toename van de kosten te voorkomen.
[8] De rolstelling is de opening van de zaak bij de rechtbank en de inschrijving ervan op de rol. De rol is een document waarop de griffier (= de secretaris van de rechter) de zaken vermeldt die op de zitting zullen worden behandeld. Elke zaak moet op de rol worden ingeschreven en genummerd. Voor deze formaliteit moet een taks worden betaald, het zogenaamde “rolrecht”. (Bron: www.droitsquotidiens.be)
[9] De rechtsplegingsvergoeding is een forfaitair bedrag dat door de partij die een zaak “verliest” aan de tegenpartij moet worden betaald. Het idee achter de rechtsplegingsvergoeding is dat de verliezende partij een deel van de gerechtskosten draagt die de “winnende” partij heeft gemaakt. Het bedrag van de rechtsplegingsvergoeding is vastgelegd in het Koninklijk Besluit van 26 oktober 2007. Het hangt af van de waarde van de vordering.
[10] Ordonnantie houdende de organisatie van het parkeerbeleid en de oprichting van het Brussels Hoofdstedelijk Parkeeragentschap van 22 januari 2009
[11] Ordonnantie houdende organisatie van het parkeerbeleid en herdefiniëring van de opdrachten en beheerswijze van het Parkeeragentschap van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 6 juli 2022