Wanneer een persoon met een te hoge schuldenlast een terugkerende debetstand heeft op zijn zichtrekening, is het vaak essentieel om deze af te sluiten om terug te keren naar een evenwichtiger dagelijks budget door een nieuwe rekening te openen (mogelijk een basisbankrekening). De vorige rekening wordt dan afgesloten maar het debetbedrag blijft bestaan als bijkomende schuld waarmee mogelijk rekening moet worden gehouden bij het opstellen van het afbetalingsplan.
Maar zoals u zal vernemen in dit artikel, biedt het afsluiten van de rekening ook de mogelijkheid om:
- de maandelijkse (of driemaandelijkse) aanrekening van nalatigheidsinteresten te vermijden;
- te genieten van de voordelige regel (voor de schuldenaar) van de toerekening van de betalingen op de hoofdsom.
Dit is voordeliger voor de schuldenaar die zijn schuld aan de bank niet snel kan terugbetalen. Als de debetstand blijft bestaan, zal de bank hoe dan ook de rekening van de schuldenaar toch zelf moeten “blokkeren”. In de praktijk is het echter moeilijk om een rekening met een negatief saldo te sluiten. Wanneer de schuldenaar zich aan het loket aanbiedt, zal de bank doorgaans weigeren om de rekening te sluiten, met als argument dat de rekening een negatief saldo vertoont.
Vergeet niet om de schuldenaars van inkomsten op de hoogte te brengen van de verandering van rekeningnummer om te voorkomen dat het loon vlak voor de opzegging nog op de oude rekening zou worden overgeschreven en dus door de bank zou kunnen worden gebruikt om het rekeningsaldo aan te zuiveren.
1. EEN NEGATIEVE ZICHTREKENING OPZEGGEN
1.1 Kan ik een zichtrekening met een negatief saldo opzeggen ?
Ja. Zichtrekeningen zijn persoonlijke contracten. 1Zie Cédric Alter, Traité pratique de droit commercial, tome 5, volume 1, édition 2016, p.158, n°216; Jean Vanryn et Jacques Heenen, Principes de droit commercial, tome IV, 2ème édition, 1988, p.307, n°423 Elke partij kan daarom eenzijdig beslissen om het contract te beëindigen.
Het recht van de gebruiker om het contract te beëindigen is vastgelegd in artikel VII.25 § 1 van het Wetboek van economisch recht, dat bepaalt: “De betalingsdienstgebruiker kan het raamcontract te allen tijde en met onmiddellijke ingang kosteloos opzeggen, tenzij een opzegtermijn van maximaal één maand werd overeengekomen“.
Dit artikel is ook van toepassing op spaarrekeningen (VII.25. § 3).
Hetzelfde geldt voor kredietopeningen (bekend als geoorloofde debetstanden) die gekoppeld zijn aan een zichtrekening op grond van artikel VII.98. § 1, dat het volgende bepaalt: “De consument kan een kredietovereenkomst van onbepaalde duur te allen tijde kosteloos beëindigen, tenzij de partijen een opzeggingstermijn zijn overeengekomen. Deze termijn mag niet langer zijn dan één maand. Wanneer de consument zijn recht uitoefent, stelt hij de kredietgever hiervan in kennis bij een aangetekende zending of op een andere door de kredietgever aanvaarde drager“.
De bank mag de sluiting van een rekening met een negatief saldo dus niet laten afhangen van de aanzuivering van een debetstand. Dit zou duidelijk in strijd zijn met de bepalingen van het Wetboek van economisch recht.
1.2 Hoe een rekening opzeggen ?
Stuur de bank gewoon een aangetekende brief, ondertekend door de rekeninghouder(s).
1.3 Waarom per aangetekend schrijven opzeggen ?
Een aangetekende brief levert het bewijs van de sluitingsdatum van de rekening in geval van geschil.
Het afsluiten van de rekening heeft immers een grote impact op de manier waarop de schuld wordt berekend. Op de datum van afsluiting wordt het saldo van de rekening onmiddellijk opeisbaar en:
- de interesten mogen nog slechts jaarlijks worden aangerekend (in plaats van maandelijks);
- eventuele betalingen moeten eerst op de hoofdsom worden toegerekend en niet meer op de interesten;
- de bank kan kosten aanrekenen (op voorwaarde dat deze in de overeenkomst zijn opgenomen, gekend en aanvaard zijn door de consument en in overeenstemming zijn met artikel VII.106 WER).
1.4 Op welke datum is de sluiting effectief?
Hiervoor moet u het algemeen reglement van de verrichtingen van de bank raadplegen. Er kan een opzegtermijn gelden tussen de datum van uw brief en de effectieve sluiting van de rekening. In elk geval mag deze periode niet langer zijn dan een maand (in overeenstemming met artikel VII.25 § 1 WER).
2. DE AFREKENING
2.1 Toerekening van betalingen na het sluiten van de rekening
Indien na het sluiten van de rekening een saldo verschuldigd blijft, moeten betalingen eerst worden toegerekend aan het kapitaal in overeenstemming met artikel VII.106 [2] § 2 lid 2 van het Wetboek van economisch recht.
Deze regel is ook veel voordeliger voor de schuldenaar die zijn schuld niet snel aan de bank kan aflossen.
2.2 Berekening van nalatigheidsintresten na de sluiting van de rekening
Zolang de zichtrekening niet is gesloten, wordt de nalatigheidsintrest maandelijks gekapitaliseerd zodat deze de volgende maand weer nieuwe rente opbrengt (enzovoort). Dit staat bekend als kapitalisatie van de rente of anatocisme.
In de praktijk stuurt de bank haar cliënt periodiek een rekeningafschrift (rekeninguittreksel) met daarop het verschuldigd blijvende bedrag aan kapitaal en rente, en berekent vervolgens opnieuw rente over dit totaal.
Deze manier om de rente te berekenen, zorgt ervoor dat het bedrag van de schuld snel toeneemt als de schuldenaar niet in staat is om het verschuldigd blijvende saldo snel aan de bank terug te betalen (omdat er bijvoorbeeld andere prioritair af te lossen schulden zijn of het beschikbare saldo ontoereikend is).
Deze manier van renteberekening is echter verboden nadat de rekening is afgesloten. Vanaf dan is anatocisme alleen nog toegelaten onder de voorwaarden van artikel 1154 van het Burgerlijk Wetboek (dat bepaalt dat de rente pas na een jaar mag worden gekapitaliseerd), vandaar het belang voor de consument met een schuld om de bankrekening snel te sluiten.
2.3 Welke intresten en kosten mag de bank aanrekenen ?
Als de schuldenaar niet in staat is om het saldo terug te betalen, heeft het sluiten van een bankrekening met negatief saldo tot gevolg dat de consument een schuld heeft uitstaan bij de bank. Deze schuld bestaat uit drie elementen: de hoofdsom, intresten en kosten.
De rentevoet, de berekeningswijze van de rente en de bepaling van de kosten zijn meestal vastgelegd in het algemeen reglement der verrichtingen van de bank. Dat reglement kan per bank verschillen.
a) Wanneer u een afrekening van een bank ontvangt, is de eerste vraag die u zich moet stellen of de consument gehouden is aan het algemeen reglement der verrichtingen van de bank.
Het is aan de bank om dit aan te tonen.
Meestal, maar niet altijd, laat de bankier bij het openen van een rekening door de cliënt een document ondertekenen waarmee deze laatste verklaart het algemeen reglement der verrichtingen te hebben ontvangen, gelezen en zonder voorbehoud te aanvaarden.
Het hof van beroep te Brussel (arrest van 11 september 1995, Bank- en Financiewezen, 1995, p.605) oordeelde dat de cliënt niet kon betwisten dat hij het algemeen reglement der verrichtingen van de bank had aanvaard, aangezien hij erkende dat hij er een exemplaar van had ontvangen bij het openen van de rekening; hij kan zich niet beroepen op zijn achteloosheid als hij heeft nagelaten dit reglement te lezen voordat hij zijn handtekening plaatste, waarmee de rekening werd geopend.
b) Als het algemeen reglement der verrichtingen wordt gewijzigd, moet de bank aantonen dat zij haar cliënt daarvan in kennis heeft gesteld en dat deze de wijzigingen uitdrukkelijk of stilzwijgend heeft aanvaard.
In dit verband oordeelde het hof van beroep te Brussel in een arrest van 10 november 2011 (Tijdschrift voor Belgisch Handelsrecht, 2013, p.586 e.v.) als volgt: “De algemene voorwaarden waarvan de uitdrukkelijke of stilzwijgende aanvaarding door de cliënt van de bank niet wordt aangetoond, zijn aan die cliënt niet tegenstelbaar. Dit geldt ook in geval van een wijziging van de algemene voorwaarden die aan het cliënteel aangekondigd werd door een standaardbrief waarbij wordt gesteld dat de nieuwe voorwaarden op het agentschap kunnen worden bekomen of op de website van de bank kunnen worden geraadpleegd, a fortiori als de verzending ervan aan de cliënt niet wordt bewezen.”
c) Als de bank niet kan aantonen dat de consument gehouden is aan het algemeen reglement der verrichtingen, kan zij geen kosten aanrekenen voor het sluiten van de rekening en is slechts rente verschuldigd tegen de wettelijke rentevoet vanaf de datum van ingebrekestelling.
Zie met name Vrederechter van Dinant, 26 juli 2022 (R.G. 22A621) op juriobs
d) Als de consument daarentegen onderworpen is aan het algemeen reglement der verrichtingen van de bank, doet men er goed aan dit na te kijken om de rechtmatigheid van de door de bank aangerekende interesten en kosten te controleren.
e) Bovendien geniet de consument de bescherming van boek VII van het Wetboek van economisch recht en kan de bank nooit meer vorderen dan wat voorzien is in artikel VII.106 § 2 lid 2 dat bepaalt:
Wanneer de overeenkomst wordt opgezegd, overeenkomstig artikel VII. 98, § 1, of een einde heeft genomen en de consument zijn verplichtingen niet is nagekomen drie maanden na het versturen van een aangetekende zending met ingebrekestelling, mag aan de consument geen andere betaling gevraagd worden dan die hieronder vermeld:
het vervallen en niet-betaalde kapitaal;
het bedrag van de vervallen en niet-betaalde totale kosten van het krediet voor de consument;
het bedrag van de overeengekomen nalatigheidsintrest berekend op het vervallen en niet-betaalde kapitaal;
de overeengekomen straffen of schadevergoedingen binnen de grenzen en maximumbedragen bedoeld bij §1.
Deze § 2, lid 2 heeft uitdrukkelijk als oogmerk de hypothesen te vatten waarbij de consument zijn verbintenissen niet uitvoert, terwijl de overeenkomst niet het voorwerp heeft uitgemaakt van een ontbinding of van termijnbepaling. In deze gevallen zal de kredietgever straffen kunnen eisen van de consument die zijn verbintenissen niet heeft uitgevoerd binnen een termijn van drie maanden na ingebrekestelling bij een aangetekende brief (Parl. St., Kamer, 2001-2002, 1730/02, 3).
3. DE BANK MOET HAAR AFREKENING STAVEN
Ook al zijn banken op dit punt soms wat terughoudend, ze zijn wel degelijk verplicht om hun afrekening te rechtvaardigen. Bij de aanrekening van nalatigheidsintresten, bijvoorbeeld, moet de bank aangeven hoe deze worden berekend (rentevoet, bedrag waarop de intresten worden berekend, duur). Maar al te vaak is de afrekening het resultaat van een geautomatiseerde informaticatoepassing en zijn de medewerkers die verantwoordelijk zijn voor de invordering niet in staat om de toegepaste berekening uit te leggen en te rechtvaardigen.2Artikel VII.106 is in zijn geheel van toepassing op debetstanden (kredietopeningen gekoppeld aan een zichtrekening), maar ook op debetstanden die binnen een maand moeten worden aangezuiverd (zie artikel VII.3, § 3, 2) en “geoorloofde” overschrijdingen (zie artikel VII.3, § 3, 4)
Artikel 106 § 4 WER bepaalt: “Elke betaling gevraagd overeenkomstig de §§ 1 en 2 moet omstandig omschreven en verklaard worden in een document dat gratis aan de consument overhandigd wordt“.
4. WAT IS DE VERJARINGSTERMIJN ?
De verjaringstermijn bedraagt tien jaar voor de hoofdsom en vijf jaar voor de intresten, en begint in principe te lopen wanneer de rekening wordt gesloten. Bepaalde gebeurtenissen, zoals een betekening door een deurwaarder, beslag of uitdrukkelijke erkenning door de schuldenaar, kunnen echter het effect hebben dat deze termijn wordt verlengd.
- 1Zie Cédric Alter, Traité pratique de droit commercial, tome 5, volume 1, édition 2016, p.158, n°216; Jean Vanryn et Jacques Heenen, Principes de droit commercial, tome IV, 2ème édition, 1988, p.307, n°423
- 2Artikel VII.106 is in zijn geheel van toepassing op debetstanden (kredietopeningen gekoppeld aan een zichtrekening), maar ook op debetstanden die binnen een maand moeten worden aangezuiverd (zie artikel VII.3, § 3, 2) en “geoorloofde” overschrijdingen (zie artikel VII.3, § 3, 4)